Otter
De otter (Lutra lutra) behoort tot de familie der marterachtigen, net als de das, wezel, hermelijn, bunzing, nerts en boom- en steenmarter. Hij wordt ook wel Europese otter of visotter genoemd. De soort was verdwenen in Nederland maar is sinds 2002 weer uitgezet. Hij leeft in oeverzones met voldoende dekking en rust.
Kieskeurig
De otter is kieskeurig. Dat heeft vooral te maken met zijn menu; vis, vis en nog eens vis, met slechts af en toe een kreeftje, amfibie of watervogel. Per dag heeft hij tot wel anderhalve kilo vis nodig en dat gaat alleen goed bij echt schoon water. Verontreinigingen met bestrijdingsmiddelen stapelen zich op in zijn otterlijf. Bovendien moeten oevers en bruggen veilig zijn.
Territorium
Een otter legt ‘s nachts op de oever vele kilometers af. Niet zozeer op zoek naar goede visplekken als wel om zijn territorium te markeren met ottergeil, uitwerpselen die sterk ruiken naar een koeienstal. Met de drollen geeft het dier informatie over zijn eigendomsrechten en zijn seksuele status. De kans een otter te spotten is zelfs voor een doorgewinterde otteronderzoeker bijzonder klein. Otters zijn schuw en leven ook nog eens ’s nachts.
Nieuwe leefgebieden
Tot begin vorige eeuw was de otter vrij algemeen in Nederland, maar door verkeer, jacht, fuiken, gif, watervervuiling en inkrimping van het leefgebied verdween hij in ons land. Totdat hij in 2002 weer werd uitgezet. Met succes, zo blijkt nu. Het grootste deel van de populatie leeft momenteel in Overijssel, Friesland, Flevoland en Drenthe, maar de otter verspreidt zich ook steeds verder over de provincie Zuid-Holland. In de Nieuwkoopse en Reeuwijkse Plassen hebben ze hun plek gevonden en zorgen zij voor nageslacht. Jonge otters gaan op zoek naar nieuwe leefgebieden en staan inmiddels aan de poort van de Krimpenerwaard. Het Zuid-Hollands Landschap staat te popelen om ze in haar gebieden te mogen ontvangen