Dotterbloem
In Nederland komt slechts een soort dotterbloem voor: de gewone dotterbloem, Caltha palustris. Aan het hele uiterlijk van de plant zie je direct dat ze wel op een boterbloem lijkt, maar er toch ook wel weer behoorlijk van afwijkt. De dotterbloem is een tamelijk forse plant die tot 50 cm hoog wordt. Ze heeft grote, hartvomige bladeren en in vergelijking met boterbloemen grote eierdooiergele bloemen die een doorsnede hebben van 2-5 cm. De plant behoudt zijn bladeren.
Natte standplaatsen
De bloeiperiode is april-mei en augustus-november. Na de bloei vallen de typische, peulvormige kokervruchten op, die als een soort kroontje op de stengel staan. In de lente kun je deze bloem vooral op natte standplaatsen aantreffen. Vooral bij snelstromende beekjes, in brongebieden, natte graslanden, rietlanden en ook in natte loofbossen. In het rivierengebied en de laagveengebieden is de bloem een regelmatige verschijning, maar in de rest van Nederland is de gewone dotterbloem zeldzaam.
Zuid-Hollands Landschap
In onze natuurgebieden kun je de dotterbloem ook in bloei zien staan. Vanaf de IJsseldijk bij Gouderak is in het voorjaar het dotterbloemhooiland goed te overzien. Je kunt ook de korte Dotterbloemroute wandelen met als startpunt het Merwedekanaal.