Argusvlinder
De argusvlinder (Lasiommata megera) is een standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt. De Nederlandstalige naam argusvlinder is afgeleid van Argus uit de Griekse mythologie en verwijst naar de vele oogvlekken, vooral de grote op de onderzijde van de voorvleugel. Ook de geslachtsnaam Lasiommata heeft betrekking op de oogvlekken; de naam betekent ‘harige ogen’.
Herkenning
De vlinder heeft een voorvleugellengte van 19 tot 25 mm. De bovenkant van zowel de voor- als de achtervleugel heeft een oranje grondkleur. De oogvlekken op de bovenkant van de achtervleugel zijn zwart en liggen in een oranje vlak. Het mannetje heeft een grote zwarte geurstreep op de bovenkant van de voorvleugel. De onderkant van de achtervleugel heeft een grijsbruine grondkleur met scherpe bruine lijnen.
Habitat
De vlinder leeft in gevarieerde graslanden met kale grond langs slootkant, wegen, dijken, heggen en bosranden. Opmerkelijk is dat deze soort in het veenweidegebied relatief veel voorkomt. Normaal leven hier weinig dagvlindersoorten. De eerste vlinders verschijnen eind april. Zij voeden zich met nectar van verschillende planten, in het voorjaar bijvoorbeeld braam en rode klaver, ´s zomers akkerdistel of vlinderstruik. Op vliegplaatsen kent de argusvlinder een vrij grote dichtheid: per hectare komen 12 tot 46 vlinders voor.
Verspreiding en beheermaatregelen
De argusvlinder vertoont de laatste jaren een sterke achteruitgang. De reden hiervan is nog onbekend. De vlinder is niet bedreigd en speciale beschermingsmaatregelen zijn voor deze soort, ondanks de recente achteruitgang, nog niet nodig.
Plaatselijke beheermaatregelen kunnen de stand van deze soort bevorderen. Te denken valt aan het creëren van meer variatie in graslanden, bijvoorbeeld door extensieve begrazing of een gefaseerd maaibeheer. Andere maatregelen zijn het behoud van zandwegen en het bevorderen van een groter bloemaanbod in de maanden juni en augustus, maatregelen die het Zuid-Hollands Landschap ook toejuicht én toepast. In de Van Dixhoorndriehoek willen we aan de slag om het duin open te houden. Daardoor ontstaat er meer leefruimte voor de argusvlinder en andere icoonsoorten.