Feit of fabel Quiz
Antwoorden
Was het vooral gokken of was het simpel inkoppen? Hieronder hebben we de juiste antwoorden op een rij gezet met een korte toelichting.
Extra toelichting
Deze natuurquiz bestaat dus uit 8 vragen, waar je steeds feit of fabel op kon beantwoorden.
Je kunt vleesetend blaasjeskruid, vetblad of zonnedauw (zie foto) tegenkomen in ons land. Deze soorten vangen hun prooien door middel van blaasjes die als het ware vacuüm zuigen of door diertjes ‘vast te plakken’ met een zoete kleverige vloeistof. De stelling is dus een feit.
De Europese flamingo kun je in het wild tegenkomen in Nederland. Ze kunnen goed tegen de kou en overwinteren bijvoorbeeld bij het Grevelingenmeer. De stelling is dus een feit.
Het goudhaantje wordt slechts 8,5 groot en weegt meestal niet meer dan 5 gram. De stelling is dus een feit.
Meeuwen trappelen op de grond om aan eten te komen. Door de trillingen in de grond, komen er wormen naar boven omdat het net lijkt of het regent. De stelling is dus een fabel.
De gewone duizendpoot (Lithobius forficatus) heeft maar 15 paar poten. Zijn lichaam bestaat uit segmenten met aan elk segment één paar poten.. De stelling is dus een fabel.
Jagen is voor de ijsvogel erg moeilijk als het vriest. Zo’n ijslaag lastig om op vis te jagen. In strenge winters nemen de ijsvogelpopulaties snel af. De naam van de ijsvogel slaat op ‘ijzervogel’, daarmee wordt de metaalachtige glans van het blauwe verenkleed bedoeld. De stelling is dus een fabel.
De hazelworm is geen worm, geen slang, maar een pootloze hagedis. Hazelwormen kunnen, net als andere Nederlandse hagedissen, hun staart afwerpen als er gevaar dreigt. De stelling is dus een feit.
De jongen van de grijze zeehond worden in de winter geboren en hebben daarom een pluizige witte vacht. De gewone zeehond krijgt haar jongen juist in de zomer en die hebben niet zo’n dikke wintervacht. De stelling is dus een fabel.