Nachtegaal
De nachtegaal (in dichterlijke taal ook filomeel; Luscinia megarhynchos) heeft een onopvallend verendek. Zijn bovenkant is egaal bruin van kleur met een oranjebruine staart. De onderzijde van de nachtegaal is lichtgrijs. Het oog is zwart en opvallend groot voor een vogel van 16,5 cm.
Zang
De naam van de nachtegaal is afgeleid van het Germaanse “galan”, dat betekent galmend zingen. Hij staat bekend om zijn uitbundige zang: luid, veelzijdig, karakteristiek, fabelachtig. De zang bevat pauzes, fluittonen, trillers en crescendo’s. ’s Nachts is de zang het vaakst hoorbaar. In de volksvertellingen kondigt de nachtegaal de lente aan. Het is de vogel van mei, maar hij is ook en vooral het symbool van de liefde. Daarom houdt de nachtegaal dichters en componisten al eeuwenlang bezig.
► Speel geluid af 🎶
Vogelboulevardroute
De nachtegaal houdt zich het liefst op in dicht struikgewas, vaak met brandnetels. Het aantal overwinteraars in Nederland is onbekend. Aan broedparen zijn er naar schatting tussen de 5900 en 7300 (2013-2015). 28% van de populatie broedt in Zuid-Holland. Vooral tussen Den Haag en Katwijk en tussen Noordwijk en Vogelenzang en de Biesbosch. Op Goeree-Overflakkee raken de buitendijkse gebieden steeds meer begroeid, wat de nachtegaal aantrekt. In onze gebieden is de nachtegaal te horen tijdens de vogelboulevardroute bij Oostvoorne.