Groene glazenmaker
In Nederland zijn ongeveer zeventig gevestigde soorten libellen bekend. Tot de libellen behoren twee onderordes: de echte libellen en de juffers. De groene glazenmaker (Aeshna viridis) is een in Nederland inheemse maar zeldzame echte libelle uit de familie glazenmakers. Deze libelle is in Nederland gebonden aan krabbenscheervegetaties en komt uitsluitend voor in laagveengebieden. De groene glazenmaker vindt zijn habitat in stilstaande wateren met dichte krabbenscheervelden: meren en plassen van laagveenmoerassen, sloten en petgaten in laagveengebieden en sloten in het veenweidegebied en in dode rivierarmen.
Uiterlijk
Het achterlijf is donker met een mozaïektekening van licht gekleurde vlekken. De zijkant van het borststuk is geheel groen, met slechts zeer dunne zwarte naadstrepen. De schouderstrepen zijn breed en groen. Op het kopschild van de groene glazenmaker zit een zwarte ‘T-vlek’ met zeer dunne steel. De vleugels hebben een gele tint. Het mannetje heeft blauwe ogen en blauwe vlekken op het achterlijf. De basis van het achterlijf en het grootste deel van het borststuk zijn groen. Bij het vrouwtje zijn alle lichte delen groen. De lichaamslengte van volwassen dieren ligt tussen 65 en 75 mm.
Zuid-Hollands Landschap
De groene glazenmaker vliegt van eind juni tot eind september, met de grootste aantallen in augustus. Hij is meestal pas ‘s middags actief. Het is een mobiele soort, maar mede door zijn zeldzaamheid zijn in Nederland weinig waarnemingen van zwervers bekend. De Berkenwoudse Driehoek biedt prachtige doorkijkjes over open polderland, rietpercelen, houtkades en eendenkooien. In de zomer ligt in de sloten een tapijt van krabbenscheer. De groene glazenmaker is helemaal afhankelijk van deze puntige waterplant en is hier regelmatig te zien.