Rapport Remkes neemt natuurherstel en boerenperspectief serieus
Op 5 oktober presenteerde Johan Remkes na gesprekken met veel betrokken partijen zijn advies voor een uitweg uit de stikstofcrisis. Het Zuid-Hollands Landschap is op het eerste oog positief over het kritische, maar constructieve advies. Met dit advies hopen we dat de impasse in de stikstofaanpak doorbroken wordt, zodat overheid, boeren én natuurorganisaties nu concreet kunnen gaan werken aan een duurzame toekomst voor natuur en mens.
Het Zuid-Hollands Landschap steunt de kritische noten in het rapport van Remkes, waarin wordt gesteld dat het sentiment rondom de stikstofaanpak onder boeren begrijpelijk is. We hopen dat de erkenning van gemaakte fouten en de aanbevelingen voor het verdere verloop van dit proces leiden tot meer vertrouwen onder boeren en een constructieve dialoog. We onderschrijven de wens van Remkes dat er in de nabije toekomst ruimte komt voor “nieuwe vormen van landbouw”, die meer in lijn zijn met wat van ons gevraagd wordt op het gebied van klimaat, dierenwelzijn, water, bodem, gezondheid en cultuur.
Een belangrijk uitgangspunt in het advies, is de instandhouding van 2030 als het jaar waarin een reductie van 50% van de stikstofuitstoot vanuit de landbouw moet zijn bereikt. De noodzaak voor deze termijn komt duidelijk uit het rapport naar voren. Het kabinet moet nu doorpakken met het realiseren van kringlooplandbouw en met andere concrete plannen ten gunste van natuurherstel. Om op korte termijn resultaten te boeken, pleit Remkes voor het gericht uitkopen van piekbelasters in de directe omgeving van Natura 2000 gebieden binnen een periode van één jaar. Dat zou, hoe ambitieus ook, significante winst voor de natuur betekenen.
Uiteraard roept het rapport ook voor ons als natuurbeschermers nog vragen op; Naast de oproep om de staat van de natuur centraal te stellen en meer aandacht te schenken aan natuurbeheer, worden tussentijdse meetmomenten geopperd. Deze mogen niet leiden tot vertraging die we ons niet kunnen veroorloven. De kritische depositiewaarde is op dit moment ons enige meetinstrumentarium en staat (ook wetenschappelijk gezien) als een huis. Stikstof is slechts één van de problemen waar onze schaarse natuur onder lijdt; we maken ons als sector grote zorgen om het verlies van biodiversiteit, toenemende gevolgen van klimaatverandering en waterkwaliteit. Daarnaast is de agrarische sector niet alleen verantwoordelijk voor de stikstofproblematiek en zijn maatregelen, die ook depositie vanuit industrie en samenleving tegengaan, hoognodig.
Natuurorganisaties met goede kennis van de regionale context kunnen en willen een rol spelen bij deze transitie naar een natuur-inclusieve landbouw. Wij werken in veel gebieden goed samen met de agrarische sector. We leveren de nodige ondersteuning aan natuurvrijwilligers die op veel plaatsen een essentiële bijdrage leveren aan het behoud en beheer van het agrarisch cultuurlandschap. Dat potentieel, die samenwerking, vormt een belangrijke pijler voor het slagen van de gebiedsprocessen en het einde van de stikstofcrisis.
Michiel Houtzagers Directeur
We zijn van mening dat biodiversiteitsherstel in heel ons land – ook buiten de Natura2000 gebieden – voorop moet staan. Het is immers een transitie naar natuur-inclusieve landbouw en ook in de stad kunnen we natuur beschermen.
Michiel Houtzagers Directeur
Onze standpunten
Meer weten over inhoudelijke thema’s zoals stikstof en biodiversiteit en hoe het Zuid-Hollands Landschap daar tegenaan kijkt?