Maaien in de natuur – hoe zit dat?
Terwijl de meeste Nederlanders van een luie vakantie genieten, is het voor boswachters in regio Veenweiden nu flink aanpoten. De hooibouw is een belangrijke periode voor het beheer van onze graslanden. Maaien is een uitgekiende klus, waarbij het Zuid-Hollands Landschap rekening houdt met weidevogels, insecten en bloemen. Een complexe puzzel om de biodiversiteit weer terug te brengen.
We liepen een dag mee met de werkzaamheden in de Nespolder (zie video) en stelden 5 vragen aan boswachter Joosje ⬇️
1. Boswachters zonder bos?
Boswachters in een uitgestrekt polderlandschap, dat is geen voor de hand liggend plaatje… “Je kunt ons misschien wel beter weidewachters noemen! In de veenweidegebieden bestaat ongeveer een derde van de grond uit graslanden. In de zomer moeten al die honderden hectares gemaaid worden. Dat doen we met verschillende soorten trekkers. Van flinke joekels tot lichte, kleine trekkertjes die niet wegzakken in de zachte veengrond. Voor elk type grasland heb je geschikt materieel nodig om de klus te klaren.”
2. Waarom is het nodig om graslanden te maaien?
Als we het gras niet meer maaien en de scheuten laten groeien, dan staat er over een paar jaar een heus bos! Er zijn allerlei soorten die juist baat hebben bij een open landschap. Denk aan weidevogels, kruiden en insecten. Daarnaast maaien we ook om de bodem te verschralen. Verschralen is het afvoeren van voedingsstoffen, zoals stikstof en fosfaat. Veel grassen, kruiden en bloemen doen het goed op voedselarme grond. Om ervoor te zorgen dat die flora behouden blijft, is maaien en afvoeren belangrijk.”
3. De meeste boeren maaien al in mei. Waarom starten jullie zo laat?
“In het voorjaar maken we ruim baan voor alle weidevogels die in onze graslanden broeden. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk de grutto, onze nationale weidevogel. Maar ook tureluurs, kieviten en scholeksters vinden het heerlijk in het hoge kruidenrijke gras. Zij hebben tijd en rust nodig om eieren te leggen en hun kuikens groot te brengen. In juni beginnen we met het uitlopen van de weidevogelgebieden. Als de kuikens vliegvlug zijn of al vertrokken zijn, dan kunnen we met een gerust hart met het maaien beginnen.”
Bekijk de video
4. Dus dat uitgestelde maaien is puur voor de weidevogels?
“Oh, zeker niet! We kijken ook naar insecten en bloemen. Als je te vroeg begint, dan maai je letterlijk het eten voor de insecten weg. Daarnaast hebben bloemen en grassen ook tijd nodig om tot bloei te komen en hun zaden te verspreiden, zodat ze er volgende jaar weer staan. Het type begroeiing bepaalt dus wanneer je het eraf kunt halen. Grasland zonder weidevogels maaien we soms al in mei, maar vochtige hooilandjes met grote ratelaar en koekoeksbloem, die maaien we pas eind juli als de zaden zijn gevallen.”
5. Waarom zie jij maaien als onderdeel van natuurbeheer?
“Van een afstandje ziet gras er misschien saai en eentonig uit. Maar anders dan op gangbare landbouwgrond, vind je op onze percelen een rijke variatie aan grassen, kruiden en bloemen. Vroeger bestond de Krimpenerwaard voor een groot deel uit natte schraallanden en vochtige hooilanden. Daarin groeiden verschillende orchissen, ratelaars en Spaanse ruiter. Die soorten zie je nu veel minder. Door uitgekiend maaibeheer proberen we dat beeld weer terug te brengen. Bloemen en kruiden trekken allerlei insecten, vogels en kleine zoogdieren aan en dat brengt leven in de polder!”
Uitgekiend beheer
Joosje Boswachter
Van een afstandje ziet gras er misschien saai en eentonig uit. Maar anders dan op gangbare landbouwgrond, vind je op onze percelen een rijke variatie aan grassen, kruiden en bloemen. Dat beeld bereiken we alleen met uitgekiend beheer.
Joosje Boswachter