Vijf verrassende feiten over veen
Veenmos. Het is een klein, onaantrekkelijk bruingroen plantje dat je gemakkelijk met wortel en al uit de natte bodem trekt. Maar vergis je niet. Dit kleine plantje is een grote krachtpatser in de strijd tegen klimaatverandering. Hoe dat precies zit? Boswachter Joosje onthult vijf verrassende feiten over veen.
1. Flinke plensbui? Veenmos vangt het water op
“Wel eens geprobeerd op veen te lopen? Als je niet oppast, zak je met laarzen en al weg in het natte moeras. Veenmos heeft een sponsachtig absorptievermogen. Een klein plantje kan wel tien tot veertig keer z’n eigen volume aan water opnemen! Dat komt goed van pas nu we in Nederland steeds vaker worden geconfronteerd met lange periodes van droogte en dan weer flinke plensbuien. Veenmos kan worden ingezet als natuurlijk wateropvangsysteem. Een flinke plensbui van 30 tot 40 millimeter is voor veenmos geen enkel probleem.”
2. Hoogveen slurpt meer CO2 dan een bos
“Levend veen neemt meer CO2 op dan een bos! Per vierkante meter neemt veenmoeras vijf keer zoveel CO₂ op als bossen en 500 keer meer dan oceanen. Een goede reden om veen in te zetten in de strijd tegen klimaatverandering. Veen ontstaat doordat plantenmateriaal zoals veenmos afsterft in drassige omstandigheden. In een veenmoeras hoopt het dode materiaal zich op tot een fossiele laag. Daarbovenop groeit weer een nieuwe moslaag. Zolang het veen nat blijft, houdt het meer CO2 vast dan dat het uitstoot.”
3. Veen voorkomt dat we nog dieper wegzakken
“Hier in de polder zie je overal graslanden. Dat zijn eigenlijk ontgonnen veengebieden, een flink stuk onder de zeespiegel. Vroeger lag de bodem hier veel hoger. Overal in Nederland is in de afgelopen tientallen jaren veen afgegraven, verdroogd en ingeklonken. Door daling van de veenbodem ontstaan problemen. Delen van ons land komen nog verder onder de stijgende zeespiegel te liggen. En wegrottend veen stoot enorm veel CO2 uit. Door de veenbodem niet verder te laten verdrogen maar juist levende veenmossen aan te planten, groeit de veenlaag en stijgt de bodem.”
4. Veen zorgt voor leven
“In veel weilanden groeit alleen gras. Terwijl in een vochtig veengebiedje honderden planten en mossen groeien, bijvoorbeeld verschillende soorten veenmos, kleine valeriaan, moerasviooltje, vleesetende ronde zonnedauw en kleine veenbes. Prachtige kleine plantjes die verdwijnen als je veen afgraaft. In een veenlandje kom je bovendien verrassend veel dieren tegen, zoals de kamsalamander en watersnip. Met het uitbreiden van veengebieden zorgen we voor veel meer biodiversiteit in de polder!”
5. Veenmos kan je stekken….
“… en dat is maar goed ook! Want goed veenmosrietland is zeldzaam in Zuid-Holland. In de Krimpenerwaard beheren we een uniek boezemlandje met de naam Veerstalblokboezem. Dit unieke stuk hoogveen gaan we als kraamkamer gebruiken voor veenmosgroei. Volgend jaar zomer maaien we het veenmos uit de Veerstalblokboezem en gebruiken het maaisel als ‘stekjes’ om op andere plekken in de polder veenmos te laten groeien. Een spannend project, want het succes van veenmosgroei hangt niet alleen af van een goed stekje, maar ook van de juiste bodemsamenstelling en waterpeil. Het mag niet te droog zijn en niet te nat. Het mag niet te zilt zijn en de bodem niet te voedselrijk.”
Doelstelling van dit het project
Omhoog met het veen is een uniek veenmosherstelproject. Het doel is om in de Krimpenerwaard te werken aan klimaatdoelstellingen (waaronder CO2-opvang en het voorkomen van meer uitstoot van broeikasgas) en meer biodiversiteit. Dit doen we door het bestaande veenmosrietland in de Veerstalblokboezem te herstellen, veenmos aan te planten in de Berkenwoudse Driehoek en als deze pilot goed uitpakt, het project uit te breiden naar de ontwikkeling van veenmosrietlanden in andere delen van de Krimpenerwaard.
Gelukkig doen we het niet alleen
Joosje Boswachter
Het Zuid-Hollands Landschap werkt in dit project samen met onderzoeksbureau B-Ware en Radboud Universiteit. We zijn ook heel blij met de financiële ondersteuning door Greenchoice. Hierdoor kunnen we de resultaten voor langere tijd in kaart brengen en opgedane kennis gebruiken bij de ontwikkeling van nieuwe veenmosrietlanden.
Joosje Boswachter