Polder Achterbroek
Over dit gebied
Smalle weidepercelen, langgerekte sloten, knotwilgen en koeien die loom voor zich uit staren. Hollandser dan polder Achterbroek (37 hectare) bij Berkenwoude kan het bijna niet. In de winter hoor je hier de ganzen luidruchtig gakken. In het voorjaar is dit het terrein van de weidevogels. In een paar delen van de polder kan het Zuid-Hollands Landschap het waterpeil regelen. Dat zetten we op z’n hoogst als de weidevogels komen, zodat ze in de natte gebieden op zoek kunnen naar wormen, bodemdiertjes, slakken en kreeftjes. Je vindt er dan volop grutto’s, tureluurs, scholeksters en slobeenden.
Ratelaars en slangen
We maaien de graslanden twee keer per jaar en voeren het maaisel af. Zo zorgen we ervoor dat de bodem verschraalt. Planten die houden van een voedselarme bodem kunnen zo tot ontwikkeling komen, zoals kleine valeriaan, grote ratelaar en knoopkruid. De greppels zetten we voor het broedseizoen plasdras. Daar groeien goudknopjes, planten die met hun knopvormige bloemen hun naam eer aan doen en een voorkeur hebben voor waterkanten van ondiepe plassen. Ook de ringslang houdt van de sloten in Polder Achterbroek. De slang jaagt langs de oevers van het water op kikkers en salamanders. Voor mensen is hij ongevaarlijk en niet giftig.