Tip! Zet onze Vogelzoekkaart op je mobiel, waarmee je 24 vogelsoorten leert herkennen die in zoetwatergetijdennatuur voorkomen.
Het Kersbergsrak
Over dit gebied
Het Kersbergsrak (13 hectare) is een uiterwaard in de bocht van de Lek, ten noordwesten van Lexmond. Het is een dynamisch zoetwatergetijdengebied, dat bijna helemaal onder invloed staat van de getijden van de Lek. Je vindt er duizenden water- en weidevogels, waaronder de grutto. Het Zuid-Hollands Landschap zorgt dat het Kersbergsrak zijn open karakter behoudt. Onze vrijwilligers trekken geregeld het gebied in om met de handzaag wilgen te zagen. Zo voorkomen we dat het gebied dichtgroeit en houdt de rivier de ruimte bij extreem hoge waterstanden. Benieuwd naar het Kersbergsrak? Het deel langs de Lek is toegankelijk voor recreanten.
Eb en vloed
Met vloed kun je het goed zien: een deel van het Kersbergsrak ligt op een rivierduin en loopt niet onder water. Hier helpen koeien ons met het natuurbeheer. Zij begrazen het gebied. Zo krijgt gras niet de overhand en kunnen planten als kattendoorn, kruisdistel en margriet uitbundig bloeien. In de steilranden broeden oeverzwaluwen.
De lagergelegen delen staan onder invloed van het getij. Ze bestaan voornamelijk uit riet, slik en open water. Bij hoogwater staat dit hele deel onder water. Bij eb trekt het water van de Lek zich terug in de geulen. Het slik dat achterblijft zit vol garnalen, wormpjes en allerlei bodemdiertjes. En dat trekt vogels aan, zoals kleine plevieren en bergeenden. Het Kersbergsrak is de eerste plek waar grutto’s in het voorjaar komen om zich vol te eten na hun lange vlucht uit Afrika.
Spindotters
Zoetwatergetijdengebieden zoals het Kersbergsrak zijn zeldzaam. Er komen planten voor die volledig afhankelijk zijn van de eb- en vloedbewegingen en die je op vrijwel geen andere plek in Europa tegenkomt. Zo groeien er sinds 2020 spindotterbloemen in het gebied. De plantjes hebben de getijdestroom nodig voor hun voortplanting. Ze vormen aan hun stengels kleine stekjes, compleet met blaadjes en worteltjes. Als in de zomer de volwassen plant vergaat, komen de kleine ‘dotterspinnetjes’ vrij. Het getijdewater neemt ze vervolgens mee naar een plek waar ze verder kunnen groeien.