De heemtuin werd in 1975 aangelegd als een ecologisch heempark. Planten, struiken en bomen groeien er onder omstandigheden waarin zij ook in de vrije natuur voorkomen.
Het natte broekbos geeft een indruk van het ontoegankelijke veenmoeras dat de Krimpenerwaard ooit was, voor het gebied ontgonnen werd. In het water van de moerasstrook groeien riet en lisdodde en zijn padden, kikkers en salamanders in grote aantallen aanwezig. Het vochtige stuk grasland herinnert aan de blauwgraslanden van de Krimpenerwaard. In zulke voedselarme, drassige hooilanden maaiden de boeren slechts één keer per jaar. De benaming komt van de blauwachtige tint van de grassen en kruiden die hier groeien. We maaien de graslanden, zodat zeldzame planten als orchideeën, moerasviooltje en Spaanse ruiter de kans krijgen zich hier te ontwikkelen.